Thailand, het einde van ons avontuur - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Michelle Verpaalen - WaarBenJij.nu Thailand, het einde van ons avontuur - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Michelle Verpaalen - WaarBenJij.nu

Thailand, het einde van ons avontuur

Blijf op de hoogte en volg Michelle

26 Juni 2013 | Thailand, Bangkok

Nadat we Taiwan achter ons gelaten hadden, kwamen we na een vlotte reisdag aan in Bangkok, waar we per pickup naar ons hostel gebracht werden. ’s Avonds hebben we ergens in de buurt lekker gegeten en daarna heeft Bastiaan nog een tijdje aan de vakantiefilm geknutseld. Woensdag vertrokken we na het ontbijt naar een van de kleine piers aan de rivier ‘Chao Praya’, vanwaar we per boot een heel eind naar het noorden van de stad voeren. Daar begon onze lange stadswandeling in de brandende zon en we zagen allerlei tempels en bijzondere gebouwen met niet uit te spreken namen. Ons eerste bezoekje brachten we aan Wat Saket (Golden Mount), een gouden spitse toren waar men al biddend rondom liep. Vervolgens zagen we Wat Suthat Thepwararam, een tempelcomplex met een enorme gouden Boeddha zittend in de tempel en vele kleinere boeddha’s in de zuilengalerijen rondom te tempel. Omdat we te laat bij Grand Palace aankwamen, besloten we dat bezoekje eventueel nog een week later, op onze laatste vakantiedag, te doen en in plaats daarvan gingen we naar Wat Po (Temple of the Reclining Buddha). Een groot terrein met allerlei vreemde architecturen, gebouwen in vormen die we niet eerder gezien hadden. In één van de tempels lag een ontzettend grote Boeddha, van hoofd tot voeten was het best een eindje lopen, heel bijzonder. Helaas sloeg het weer opeens om en begon het te gieten en onweren, dus rennend bereikten we de boot voor de terugweg. ’s Avonds aten we in het hostel en moesten de reistassen weer gepakt worden, de grote koffers konden gelukkig achterblijven. Donderdagochtend bleek dat wij de enigen waren op de ‘Lake House Tour’, dus na een busreis van zes uur bereikten we ons ‘privévlot’, een erg mooie boot met wel zes mensen aan personeel, speciaal voor ons. De boot zou rondvaren op het Khao Laem Lake, een door mensen gemaakt reservoir. Sommige delen land zijn niet gedeeltelijk onder water geraakt, waardoor er hier en daar nog wat bergtopjes boven het water uitsteken en ook heel wat dode boomstammen, die om de een of andere reden niet weggehaald mogen worden. Aangezien het helaas onophoudelijk regende hebben we onze eerste middag en avond op het vlot lezend en spelletjes spelend doorgebracht. Ook vrijdag was het bewolkt en regenachtig, maar samen met de gids zijn we per motorbootje naar Coconut Island gevaren, waar we over een half weggespoeld pad een eind naar boven moesten klimmen, om vervolgens eigenlijk meteen weer naar beneden te lopen, omdat er deze dag niet heel veel werkzaamheden te zien waren. Het speciale aan dit eiland is dat alle kokosnoten in de palmen gemuteerd zijn, waardoor er geen kokosmelk in de noten zit en het vlees ‘jelly-achtig’ is. Rond alle palmen zaten metalen banden, om de kokosnoten te beschermen tegen eekhoorns en ratten. Overigens zouden ratten op dit eiland door de bewoners gegeten worden, nadat ze de ratten eerst aan een sort waslijn te drogen hebben gehangen. Gelukkig hebben we dat niet gezien. Wat we wel zagen boven op de berg was een aangelijnde baviaan op een stok, die na twee jaar training geschikt is om de mensen te helpen met het plukken van de kokosnoten. Op de terugweg ging één van mijn slippers helaas kapot toen ik bijna onderuit ging in de modder, maar aan de hand van Bastiaan kon ik de boot weer veilig bereiken. Op weg terug naar het vlot vaarden we nog even langs een klein watervalletje. Gelukkig klaarde het na de lunch even op, zodat we ons eerste rondje in de kajak maakten en in het meer zwommen. ’s Middags gingen we in de kajaks, die door het motorbootje vooruit gesleept werden, naar een plek waar veel vissers in niet meer dan houten krotjes op het meer wonen. Nadat we het hele eind terug moesten kajakken, was het weer tijd voor een duik, want de zon scheen zowaar eventjes. Zaterdag zaten we weer vroeg aan het ontbijt, waarna we een bezoekje brachten aan een oude boeddhistische tempel, die tijdens hoogtij bijna geheel onder water verdwijnt. We liepen ook een rondje door een klein, arm plaatsje, waar twee monniken (om elf uur ’s ochtends) op het punt stonden te gaan lunchen, hun tweede en laatste maaltijd voor de hele dag. ’s Middags bezochten we de vierhonderd meter lange houten brug in Sangkhlaburi, de langste houten brug in Thailand en geheel met de hand gemaakt. Nadat we op het marktje vlakbij de brug twee palmbladeren Thaise hoedjes én nieuwe slippers hadden gevonden, gingen we naar ‘Wat Mon’, of eigenlijk alleen de gouden stupa (een boeddhistisch bouwwerk dat vaak relieken van een boeddhistische heilige bevat) ervan, die op vierhonderd meter afstand van de tempel staat. De stupa is negenenvijftig meter hoog en zou de duim van Boeddha in zich verbergen. Zondag gingen we per gammel karretje richting de jungle, waar we samen met een andere groep Thaise toeristen op olifanten een tocht door de natuur zouden gaan maken. Toen we de auto uitstapten, verschenen zes olifanten in een kring om ons heen, die ik allemaal suikerriet wilde voeren, maar er was één gulzige olifant die iets te dwingend zijn slurf naar me toe stak, dus uiteindelijk belandde het overgrote deel van het voer alleen in zijn bek. De olifant met de grootste slagtanden knielde voor ons neer en na wat geklauter zaten we opeens in een houten bakje op de rug van het dier. Als eerste in de rij van zes begon de tocht van een uur door de jungle, waarbij de olifanten ook vaak wild stromende rivieren over moesten steken. Het was erg bijzonder en Bastiaan mocht zelfs het laatste deel van de tocht op de nek zitten. Na de wandeling hadden we een picknick aan de rivier, maar na de lunch bleek dat we de rivier zelf moesten oversteken, wat dus betekende dat we tot ons middel doorweekt werden! Daar hadden we absoluut niet op gerekend en het feit dat niemand ons dit van te voren had gemeld, maakte ons allebei erg chagrijnig en gefrustreerd. Na de oversteek moesten we een stukje door de jungle lopen om bij het volgende onderdeel van het programma voor de dag te komen: bamboevlotjes om te raften. In de jungle moesten we opnieuw één of twee stappen door diep water, waarbij we allebei zo diep in de modder wegzakten dat mijn slipper pas na lang zoeken weer gevonden werd, en Bastiaans slipper kapot ging. Uit frustratie gooide hij beide slippers vervolgens achter zich, maar die belandde helaas in het gezicht van één van de Thaise reisgenoten, die meteen begon te schreeuwen. Bastiaan verontschuldigde zich meteen en legde uit waarom hij zo gefrustreerd was en daarna vervolgden we onze tocht, maar eenmaal aangekomen bij de vlotten zag ik opeens dat de Thaise jongen Bastiaan aanvloog en hem al slaand en schoppend de rivier in duwde. We schrokken ons natuurlijk rot en hoe snel ik ook probeerde bij Bastiaan te komen, het leek wel of ik me niet kon bewegen en hem dus niet kon helpen. Gelukkig schoot een vriend van de Thai tussen beide en hij kreeg de ruziemaker weg bij Bastiaan, die op wonderbaarlijke wijze eigenlijk niet gewond was, maar wij waren zo ontzettend geschrokken, boos en bang, dat het raften voor ons ook niet meer hoefde en met hulp van een Thais mannetje zijn we de rivier langzaam af gevaren. Onze laatste nacht van de tour zouden we niet meer op het grote vlot doorbrengen, maar in een hostel in Sankhlaburi. Helaas zou dezelfde groep Thai daar ook overnachten, maar gelukkig opperde onze reisgids om toch terug te gaan naar het vlot, zodat we ons niet druk hoefden te maken over eventuele volgende vechtpartijen. Het was ontzettend fijn om op te boot alle vieze natte kleding uit te kunnen trekken en even bij te kunnen komen van de hele dag, ’s avonds werden we door de manager van de boot en de tourgids meegenomen naar de plaatselijke supermarkt om avondeten te kopen en ook de volgende ochtend was er nog een ontbijtje voor ons klaargemaakt. Daarna begonnen we aan de terugreis naar Bangkok, waar we halverwege de middag weer in konden checken in het hostel. Toen we ’s avonds een restaurantje wilden opzoeken, begon het helaas hard te regenen, dus er zat niets anders op dan in een steegje te wachten tot het enigszins opklaarde. Dinsdag pakten we na het ontbijt onze koffers in en ’s middags gingen we per boot naar Wat Arun, een groot tempelcomplex in de stad. Na deze laatste culturele bezienswaardigheid kwamen we na een wandeling van een uur door de stad bij een groot warenhuis, waar Bastiaan nog snel wat nieuwe shirts kon aanschaffen voor vertrek naar huis. Per taxi gingen we naar het vliegveld en rond twee uur ’s nachts vertrok het vliegtuig naar Amsterdam, waar we vanochtend om negen uur landden en vier hele blije ouders en een vrolijk zusje met twee grote spandoeken aantroffen in de aankomsthal! Na nog een drankje en eigenlijk helemaal niet het gevoel dat we zo lang weggeweest zijn, vertrok de familie Vrielink richting Drenthe en wij naar Brabant, terug naar ons ‘gewone leventje’…

  • 27 Juni 2013 - 18:44

    Charlotte:

    Welkom thuis!!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Michelle

Actief sinds 21 Juni 2011
Verslag gelezen: 4066
Totaal aantal bezoekers 37099

Voorgaande reizen:

11 Augustus 2015 - 01 September 2015

China, 2015

26 Augustus 2012 - 26 Juni 2013

Taiwan, 2012-2013

30 Juni 2011 - 29 Juli 2011

Peking, 2011

Landen bezocht: